Noors is makkelijker voor Nederlandstaligen
Noorse en andere Scandinavische series worden vaker op TV uitgezonden. Het valt dan veel Nederlandstaligen op dat er behoorlijk wat woorden zijn, die ze kunnen herkennen. Als je Noors al een beetje kunt verstaan zonder dat je de taal hebt geleerd, dan zou die taal toch niet zo moeilijk kunnen zijn. Dit is tot op zekere hoogte waar. Nederlandstaligen kunnen Noors vaak sneller dan andere talen leren, simpelweg omdat deze twee talen een beetje op elkaar lijken, zowel in woordenschat als in grammatica. Zelf ben ik een Noor die in Nederland woont. Ik spreek beide talen en ik geef ook les in Noors. Ik vind de Nederlandse taal makkelijker dan bijvoorbeeld Italiaans, dat ik ook spreek.
Soms wordt mij gevraagd hoe veel tijd je nodig hebt om Noors te leren. Dat is, eerlijk gezegd, heel erg moeilijk uit te leggen. Het hangt namelijk af van meerdere factoren. Doordat Nederlands en Noors op elkaar lijken, kunnen in het algemeen Nederlanders sneller dan bijvoorbeeld Italianen Noors leren. Maar er zijn natuurlijk ook verschillen tussen de mensen. Sommige leren van nature sneller dan andere.
Je leert een nieuwe taal ook sneller als je al meerdere vreemde talen hebt gestudeerd. Ken je bijvoorbeeld de Duitse taal, dan is dat extra van voordeel als je Noors wilt leren. Dit komt doordat zowel Duits, als Noors en Nederlands allemaal Germaanse talen zijn. Engels is trouwens ook een Germaanse taal, ook al is de Engelse woordenschat van zeer gemengde oorsprong. Maar kennis van het Engels zal je zeker ook helpen. Deze twee talen lijken een beetje op elkaar omdat grote groepen Vikingen 1000-1200 jaren geleden zich Engeland vestigden.
Er zijn tussen Noors en Engels veel overeenkomsten, zowel in de woordenschat als in de zinsopbouw. De Engelse woorden window, egg, knife, guest en leg zijn allemaal van Scandinavische oorsprong. In het Noors heet het:
vindu, egg, kniv, gjest en legg.
De Noorse woordenschat
In dit artikel zal ik op een aantal manieren Noors en Nederlands vergelijken. Om dat te kunnen doen, ga ik een aantal voorbeelden noemen. Hier zie je een lijst met Noorse, Nederlandse, Duitse en Engelse woorden die op elkaar lijken en (ongeveer) dezelfde betekenis hebben. Onder het tabel is er een geluidbestand met de uitspraak van de Noorse woorden.
Nederlands | huis | pijp | luis | noot | boek | stroom |
Duits | Haus | Pfeife | Laus | Nuss | Buch | Strohm |
Engels | house | pipe | louse | nut | book | stream |
Noors (bokmål) | hus | pipe | lus | nøtt | bok | strøm |
Elke Nederlandstalige zal ook direct begrijpen wat korketrekker betekent. En in de goede oude tijd, toen ze nog bestonden, kon je naar het postkontor zowel om kvart over elleve als om halv fire gaan.
Dankzij dit soort overeenkomsten kunnen Nederlanders dus redelijk snel een beetje Noors verstaan. Maar er zijn natuurlijk ook zogenaamde valse vrienden. Bijvoorbeeld heet een tafel bord in het Noors, terwijl een schoolbord tavle heet.
De makkelijke Noorse werkwoorden
De overeenkomsten tussen Nederlands en Noors die hierboven genoemd zijn moeten voor iedereen duidelijk zijn. Maar hoe zit het met de grammatica? Je zou kunnen zeggen dat het meevalt, in ieder geval als je die met Duits of Frans vergelijkt. Een heel goed voorbeeld is dat Noorse werkwoorden alleen in tijd, en niet in persoon en getal, worden vervoegd.
In de tabel hieronder zie je de vervoeging van het Nederlandse werkwoord “zijn” (in de tegenwoordige tijd) en de Noorse vertaling ervan.
Nederlands | ik ben | jij bent | hij/zij is | wij zijn | jullie zijn | zij zijn |
Noors | jeg er | du er | han/hun er | vi er | dere er | de er |
Dit ziet er redelijk makkelijk uit. En in de verleden tijd krijg je hetzelfde. “Ik was” heet jeg var, en “wij waren” heet vi var. Dan denk je misschien: dat is eenvoudig. Maar helaas heeft de taal ook moeilijke kanten, net zoals elke andere taal.
De verwarrende zelfstandige naamwoorden
In een aantal opzichten zijn er overeenkomsten tussen Nederlandse en Noorse grammatica. Ik wil dit hier niet al te gedetailleerd uitleggen. Wel wil ik iets over de Noorse grammatische geslachten zeggen. Dit is een verwarrende onderwerp, omdat je veel keuzevrijheid hebt.
De woordenboeken geven aan, dat Noors drie verschillende geslachten kent: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Wil je Noors leren, dan moet je inderdaad de geslachten kennen. Als je Bokmål leert, dan bestaan er mogelijkheden om het simpeler te maken. Veel vrouwelijke woorden kunnen namelijk ook als mannelijk woorden beschouwd. Het is zelfs mogelijk om slechts twee geslachten in de geschreven taal te gebruiken. Dit maakt het zeker makkelijker. Maar je moet wel consequent zijn. Weinig vrouwelijk gebruiken wordt beschouwd als conservatief taalgebruik.
Ik zal je een voorbeeld noemen zodat het duidelijker wordt. Bok betekent boek, en wordt net zoals in het Nederlands uitgesproken. In het Nederlands is boek onzijdig, in het Noors of vrouwelijk of mannelijk – je mag dus zelf kiezen. Wil je het boek zeggen, dan zeg je of boka (vrouwelijk) of boken (mannelijk). Als je ziet, wordt in het Noors het bepaald lidwoord aan het eind toegevoegd, alsof je boek-het zou zeggen.
Maar het verschil tussen conservatief en radicaal betreft ook heel veel andere aspecten in de taal. Soms kan je namelijk een woord net iets anders schrijven, en dan wordt het ineens radicaal. Juiste keuzes kunnen dus moeilijk zijn.
Dan weer iets gemakkelijks. Heb je Duits geleerd, dan moet je de vervoegingen van de naamvallen kennen. In het Noors hoeft dat niet, omdat de naamwoorden geen naamvallen hebben.
Æ, Ø, Å: De uitspraak van de Noorse klinkers
Wil je de taal goed leren, dan moet je zeker ook de uitspraak kennen.
Waar moet je op letten? Het moeilijkst zijn waarschijnlijk de klinkers. Daar maken buitenlanders vaak fouten. Noors heeft in totaal negen klinkers, waarvan de exotische æ, ø en å de drie laatste letters van het alfabeet zijn. Het moeilijkste voor veel buitenlanders is het verschil tussen u, y en i; dat zijn namelijk drie verschillende geluiden. De u en de i worden min of meer op een Nederlandse manier uitgesproken. Maar de y zit er ergens tussenin, en dat is voor buitenlanders moeilijk.
De o wordt meestal zoals de Nederlandse oe uitgesproken. Daarom bestaat er ook de å, die meer op de Duitse o lijkt. Vind je het verwarrend? Luister dan naar de geluidsbestand onder deze foto.
Noors heeft ook een aantal tweeklanken. Au wordt uitgesproken ongeveer zoals de Nederlandse ui. En au, dat zeggen de Noren als iets pijn doet, bij voorbeeld als je in je vingers snijdt terwijl je bezig bent uien te snijden. Een andere tweeklank – øy – klinkt ongeveer zoals veel Nederlandstaligen de tweeklank in “uien” en “buien” uitspreken. Hieronder vind je de uitspraak van de volgende woorden: sau (schaap), øy (eiland) en stein (steen).
Noors – een democratische schrijftaal?
Net zoals het Nederlands heeft het Noors verschillende hervormingen van de schrijftaal doorgemaakt. In Noorwegen zijn deze hervormingen echter veel ingrijpender geweest.
In de eerste helft van de 19e eeuw was de schrijftaal Deens. Maar langzamerhand ontstonden er hervormingen in de taal, met als gevolg dat Noorwegen nu twee officiële talen heeft. Een belangrijke idee achter de hervormingen was dat de taal moest worden geschreven zoals de Noren spreken. Aspecten van de dialecten in woordenschat en grammatica zijn al sinds lang opgenomen in de schrijftaal. Er bestond echter ook veel discussie over deze hervormingen.
Een ander aspect is dat ook veel leenwoorden op een typisch Noorse fonetische manier worden geschreven. Hier zijn sommige voorbeelden:
sjåfør, konjakk, sentrum, ekstra, sebra, sjampinjong, kakao
Engelse leenwoorden woorden vaak ook op een typisch Noorse manier geschreven:
tøff (tough) , kul (cool), røff (rough)
Een voordeel van deze manier van schrijven is dat er over de spelling meestal geen twijfel bestaat. Hoor je een k in het Noors, dan schrijf je meestal ook k. En hoor je s, dan schrijf je s. In plaats van x wordt er in het algemeen ks geschreven, en i.p.v. z schrijf je vrijwel altijd s.
Is dat niet geweldig? Gewoon uitspreken zoals het wordt geschreven, en schrijven zoals je het uitspreekt. Toch zit het wel wat ingewikkelder in elkaar.
Ten eerste worden letters zoals c en x soms toch gebruikt (b.v. in de woorden sex en taxi).
Heel vaak kom je ook stomme letters tegen. Sommige woorden beginnen met hv. Dan wordt de h niet uitgesproken. Soms wordt de t aan het eind van het woord niet uitgesproken, en soms wel. En de d wordt bij voorbeeld na l of n vaak niet uitgesproken, maar vaak ook weer wel.
Ten tweede is het ook niet altijd vanzelfsprekend hoe de klinkers moeten worden uitgesproken. Zowel u als o kunnen op verschillende manieren worden uitgesproken. Hier zijn sommige voorbeelden van woorden met u en o:
gul (geel) | bunn (bodem) | funn (vondst) |
lukke (sluiten) | lomme (zak, vakje) | rope (schreeuwen) |
sove (slapen) | tog (trein) | hoppe (springen) |
Het is complex, maar gelukkig zijn er regels voor Noorse uitspraak. Mijn ervaring is dat het lukt als je zowel de regels als de uitzonderingen leert. Of misschien krijg je er gewoon een gevoel voor, dat kan ook. Spreek je het een keer toch verkeerd uit, dan wordt het meestal wel uit de context begrepen. Ik vind trouwens de Noorse schrijfwijze veel makkelijker dan de Engelse. Die is vaak niet logisch.
Dialecten en accenten in Noorwegen
Noorwegen is vergeleken met Nederland een groot land, ook al is de bevolkingsdichtheid gering. Het zal dan ook geen verrassing zijn dat er grote regionale verschillen in de gesproken taal bestaan. Deze regionale variatie betekent ook dat er meer dan één manier geaccepteerd wordt. Het maakt bijvoorbeeld niet zoveel uit of je de r met de tong of in het keelgat uitspreekt, omdat dat sowieso tussen de regio’s verschilt. Een buitenlands accent kan soms ook op een regionaal accent lijken, of op een mengeling van accenten.
Toch kunnen de regionale verschillen ook lastig zijn. In sommige streken zal je het vaak moeilijk vinden om de mensen te verstaan. In veel streken is het namelijk gebruikelijk dat er vrijwel altijd en onder alle omstandigheden, het eigen dialect wordt gesproken. Gelukkig hoef je als buitenlander geen dialect te leren spreken. Maar je moet wel de mensen in je woongebied kunnen verstaan. En dat kan je leren.
Boeren en bonen – over tonen en intonatie in het Noors
In elke taal moet je niet alleen op de uitspraak letten, maar ook op de intonatie.
Vaak beweren buitenlanders dat het in het Noors klinkt alsof je continue vragen stelt. Aan het eind van de zin gaat de melodie namelijk vaak omhoog. Je begrijpt wel, dat het natuurlijk niet altijd vragen kunnen zijn; dit ligt anders. In het Noors geef je aan dat het een vraag is, door de volgorde van de woorden te veranderen. Dan wordt het duidelijk wat je wilt zeggen, en de melodie maakt minder uit.
Zinsconstructies kan je leren. Wat moeilijker te leren is, zijn de toonverschillen in woorden van twee of meer lettergrepen. Buitenlanders kunnen deze verschillen vaak niet zo goed horen, maar voor Noren is het heel duidelijk. Hier komen een paar voorbeelden van woordparen waar de uitspraak bijna gelijk is:
bønder (boeren) | loven (de wet) | gjenta (herhalen) |
bønner (bonen) | låven (de schuur) | jenta (het meisje) |
Misschien hoor je weinig of zelfs geen verschil. Gelukkig maakt dit niet zoveel uit. Je hoeft als student van Noors hier niet zo erg op te letten, behalve als je extreem hoge eisen aan jezelf stelt. Een Noor kan sowieso uit de context prima verstaan wat je bedoelt. En jij zal ook uit de context kunnen begrijpen wat een Noor bedoelt.
Conclusie: is het Noors nu makkelijk of moeilijk?
Mijn indruk is dat het voor Nederlanders aan het begin meevalt, maar dat het na een tijdje wel moeilijker wordt. Maar als ik kijk naar Nederlanders die in Noorwegen wonen, dan zie ik dat de meesten de taal goed onder de knie hebben. Dit komt vooral omdat Nederlanders die naar Noorwegen verhuizen, de taal ook graag goed willen leren. Ze willen integreren. De conclusie is dan ook dat je de taal alleen goed kunt leren, als je dat zelf wilt, anders zal het niet goed lukken. En wil je weten hoe het er voor jou uitziet, dan zou je zelf aan de slag moeten gaan en Noors gaan leren. Dan zie je vanzelf hoe makkelijk of moeilijk het is.
PS: Alles wat ik hier heb aangeven geldt voor Bokmål. Nynorsk is echter ook Noors, maar dan wel altijd met de drie geslachten. Hier kan je trouwens meer lezen over de twee Noorse schrijftalen.
Bij Lynganor kan je Noorse les online volgen. Op deze site vind je meer informatie over onze cursussen Noors.